Soorten fruit

Het is geweldig om fruit uit je eigen tuin te oogsten. Welke soorten fruit zijn er allemaal? En welke zijn geschikt voor de tuin? Lees in dit artikel alles over fruittelen in je tuin.

Fruit in elke tuin

Het is geweldig om behalve sierplanten ook smulplanten in je tuin te hebben. Denk aan sappige appels, zoete pruimen, heerlijke peren en verse aardbeien. Aardbeien groeien overal, ook in hangpotten aan de muur. Voor een paar bessenstruiken is altijd wel plek, tussen sierplanten passen ze perfect. Er zijn ook boompjes die alleen in de hoogte groeien en lekkere appels geven. Ze hebben weinig ruimte nodig en groeien goed in een ruime pot. Wat houd je nog tegen?

Groot en klein fruit

De professionele fruitteelt deelt fruit in twee groepen in, groot- en kleinfruit. Onder grootfruit vallen alle fruitsoorten die aan bomen groeien. Kleinfruit zijn alle fruitsoorten die aan struiken groeien. Vruchten van vaste planten zoals aardbeien worden ook tot het kleinfruit gerekend. Een derde catergorie is kasfruit, de vierde categorie exotisch fruit.

De keuze is reuze

Je hebt de keuze uit enorm veel fruitsoorten. Kies je juist voor de oude, weinig commerciële rassen die heerlijk smaken of andere oude, bijzondere rassen. Zo help je mee aan de instandhouding van deze rassen. Er zijn ook veel, minder gebruikelijke fruitsoorten die lekkere vruchten geven om zo te eten of jams, compotes en sappen van te maken.

Nieuw is niet altijd beter

Ieder jaar verschijnen er nieuwe rassen van groot- en kleinfruit. Na tien of twintig jaar onderzoek en kweek voor een bepaalde eigenschap, zoals een betere ziekteresistentie of een hogere opbrengst. Deze rassen komen eerst bij de professionele fruittelers. Voor de thuisteler zijn de langer bestaande, betrouwbare fruitrassen eigenlijk veel interessanter. De keuze is veel groter en je kweekt fruit dat niet in de winkel ligt.

Grootfruit

Abrikoos

Abrikozenplanten worden aardige boompjes. Ze worden vrij sterk, geef daarom niet te veel stikstofrijke mest. Geef in februari/maart een goede basisbemesting. Plant de abrikozen in november, het liefst in losse, kalkhoudende, humusrijke grond. Wel op een warme, beschutte en zonnige plek. Oogst de vruchten als ze geeloranje zijn en heerlijk geuren.

Appels en peren

Appels en peren zijn de twee belangrijkste soorten grootfruit. Er zijn zelfbestuivende bomen en bomen die elkaar bestuiven, kruisbestuiving. De boom moet goed bestoven worden voor een rijke oogst. Niet elke boom is te combineren voor kruisbestuiving. Kies je voor oudere rassen dan wordt het lastiger. In de winkel geven we je graag persoonlijk advies. Plant altijd meerdere rassen zodat je een rijke oogst krijgt. Oude rassen leveren vaak verrukkelijke vruchten, maar hebben ook beurtjaren. Dat betekent het ene jaar een rijke en het jaar erop een schale oogst.

Kersen

De meeste kersenbomen worden te groot voor de tuin. Kies voor een zuur kersenras, die blijven klein. Morellen bijvoorbeeld zijn heerlijk als jam. Omdat de boompjes klein blijven, bescherm je de vruchten makkelijk tegen vogels.

Perzik

Perziken houden van warmte. Plant ze voor een muur die op het zuiden gericht is, op een zonnige en beschutte plek. Koop alleen absoluut virusvrije planten, dat staat op de strookjes aan de stam. Teelt als leiboom is ook mogelijk.

Pruimen

Pruimen zijn makkelijke vruchtbomen. Ze worden niet enorm groot en de opbrengst is heel goed met kruisbestuiving. Pruimenbomen hebben een redelijke oogst na zelfbestuiving. Er zijn verschillende groepen pruimen zoals groene, handpruimen, stevige bakpruimen of kwetsen die voor vlaaivullingen worden gebruikt.

Kleinfruit

Aardbeien

Er zijn twee groepen aardbeien. De eenmaal dragende rassen, die in een korte tijd veel opbrengst geven. En de doordragende rassen die voortdurend bloeien en vruchten geven. De doordragende produceren door tot het in de herfst te koud wordt. Er is ook nog een kleine derde groep. De verrukkelijk smakende en geurende bosaardbeitjes. Bij de eenmaal dragende rassen bestaan vroege, middelvroege en late rassen. De zeer vroege kasaardbeien, zijn niet aan te raden. De middelvroege rassen bloeien vanaf mei.

Frambozen

Er bestaan twee soorten frambozen, zomerframbozen en herfstframbozen. Bij zomerframbozen groeien de vruchten aan scheuten die het jaar ervoor zijn gevormd. Bij herfstframbozen groeien ze aan scheuten van hetzelfde jaar. De vruchten groeien alleen aan jonge scheuten. Verwijder daarom de oude scheuten als je de frambozen oogst.

Bessen

Er zijn verschillende soorten bessen. Rode bessen, witte bessen, zwarte bessen en kruisbessen. Bessenstruiken groeien goed op alle grondsoorten, zolang die niet te arm of te nat is. Een beetje schaduw is prima, maar liever niet. Bessenstruiken hebben weinig verzorging nodig. Geef in het voorjaar een goede basisbemesting en snoei ze goed. Witte bessen hebben een voller en iets zoeter aroma dan rode bessen. Daarnaast zien vogels de witte bessen niet en hoef je die dus niet te beschermen. Vogels zien vooral rode, gele en oranje vruchten. Zwarte bessen bloeien vrij vroeg in het jaar waardoor de oogst tegen valt bij nachtvorst of koud weer. De bestuivende insecten blijven dan weg waardoor er weinig bevruchting plaatsvindt. Kies daarom een wat later bloeiend ras. Zwarte bessen zijn vers niet lekker, maar wel heerlijk in jams en sappen. Er zijn kruisbesrassen met rode en met groen, witte vruchten. De rode smaken zoeter. Vraag in de winkel om een ras dat niet gevoelig is voor meeldauw. De oudere kruisbesrassen hebben daar veel last van.

Bramen

Gekweekte bramenrassen geven grotere vruchten dan wilde. Bramen groeien overal waar genoeg humus in de grond zit. Zorg dus ieder voorjaar voor organische mest, zoals compost. Verder stellen de struiken nauwelijks eisen. Op een zonnige plek is de opbrengst het grootst. Er zijn stekelige en doornloze rassen. De vruchten van een gedoorndras smaken lekkerder dan doornloze soorten. De oogstperiode verschilt per ras, maar begint meestal in augustus en loopt door tot in de herfst. Pluk regelmatig, want de vruchten rijpen niet allemaal tegelijk.

Ook leuk om te proberen

Er zijn allerlei hybridenrassen die heerlijke vruchten geven. Behandel ze als bramen of zwarte bessen. Ze geven meestal grote framboos- of braamachtige vruchten met elk een eigen smaak. Sommige zijn vers erg lekker, andere smaken erg zuur maar zijn lekker in jams of sappen. De vruchten zijn kwetsbaar, net als frambozen en bramen.

Druiven

Door de klimaatverandering wordt de druiventeelt buiten in de volle grond steeds beter. De rassen die het hier goed doen, moeten vroeg rijpen. Rassen die je pas in oktober kan oogsten zijn niet geschikt omdat het dan al te koud en te donker is. Laat een druif over een pergola, veranda of tuinhuisje groeien. Snoei de struik een keer per jaar voor eind januari en oogst in september volop. Een goed en lekker ras met grote opbrengst aan blauwe druiven is Boskoop Glory. Voor witte druiven is het ras Witte van der Laan een goede keuze. Dessertdruiven hebben een strak snoeischema en zijn daarom erg bewerkelijk.

Wil je meer informatie? In onze winkels geven wij je graag persoonlijk advies.