Moestuin indelen: hoe pak je dit aan?
Nadat je een goede plek heb uitgezocht, is het tijd om na te denken over de indeling van je moestuin. Er zijn een aantal dingen om rekening mee te houden. Zo heb je goede en slechte buren. Ook is het verstandig om ieder jaar je planten een plekje op te schuiven. Hoe kun je jouw moestuin het beste indelen? In dit artikel lees je hoe je dit aanpakt.
|
Moestuinplan maken
Voordat je start met zaaien is het handig om een moestuinplan te maken. Je weet dan precies wat waar moet komen en hoeveel ruimte je nodig hebt voor elke plant. Dit helpt je om het overzicht te bewaren. Ook zie je in één oogopslag of je wel genoeg ruimte hebt voor alle planten die je wilt kweken.
Waar moet je op letten bij het maken van een moestuinplan?
1. Beschikbare ruimte
Om te beginnen is het handig om te weten hoeveel ruimte je hebt. Ga de tuin in en meet je toekomstige moestuin op met een meetlint. Maak hier een schets van op papier en zet de maten erbij.
2. Vakken en paden
Het is handig als door het midden van je moestuin een hoofdpad loopt. Houd hier dus ruimte voor vrij. Je kunt dan gemakkelijk met al je spullen in de moestuin komen. Een hoofdpad van ongeveer 60 centimeter breed is groot genoeg om met je kruiwagen overheen te kunnen.
Maak daarnaast ook meerdere zijpaden. Zo kun je overal goed schoffelen, zonder dat je tussen de planten hoeft te staan. Leg om de paar meter een zijpad aan en laat deze aansluiten op het hoofdpad. Dit mogen smalle paden zijn. Een zijpad van 30 centimeter (voetbreedte) is voldoende. Je kunt stoeptegels gebruiken om de paden aan te leggen. Je legt ze neer en je bent klaar. Een andere optie is om boomschors of houtsnippers te gebruiken.
Door de paden uit te denken ontstaat er vanzelf verschillende vakken voor je groentes en fruit. Dit maakt het overzichtelijk en je kan zo gemakkelijk wisselteelt toepassen, het jaarlijks opschuiven van je plantjes. Hier komen we zo nog op terug.
Een moestuinvak bestaat uit één of meerdere bedden. Een bed is de ruimte tussen twee paden. Een bed is meestal tussen de 70 en 120 centimeter breed. Zo kun je er van alle kanten gemakkelijk bij.
Je wilt je planten natuurlijk ook makkelijk water kunnen geven. Check dus of er een waterpunt in de buurt is. Je kunt ook een regenton neerzetten.
3. Groenten kiezen en indelen
Nu komt het leukste onderdeel: bepalen welke groenten je gaat kweken. Ga je voor ui, bloemkool of courgette? Kies iets wat je lekker vindt, maar houd ook rekening met de grootte van je moestuin en de ruimte die een plant inneemt.
Sommige groenten groeien snel en kunnen andere planten overschaduwen. Zet deze planten op een geschikte plek, waar ze geen problemen opleveren voor andere planten. En houd voldoende afstand tussen de planten zodat ze genoeg ruimte hebben om te groeien.
Op de achterkant van de verpakking staat hoeveel ruimte de plantjes nodig hebben. Houd deze afstand aan. Doe je dit niet, dan heb je kans dat ze elkaar gaan verdrukken.
Heb je een klein stukje grond? Dan zul je keuzes moeten maken. Je kunt dan beter kleinere planten neerzetten, zoals kruiden of cherrytomaatjes. Pompoen, aardappels en courgette vragen nogal wat ruimte en passen dus beter bij een grote moestuin. Noteer van alles wat je plant, de zaai- en oogstperiode.
Benieuwd wanneer je wat moet zaaien? Bekijk onze handige zaaikalender.
Heb je nog nooit een moestuin gehad? Begin dan met eenvoudige groenten zoals sla, tomaat, wortels of boontjes. Hier vind je 10 eenvoudige groenten om zelf te kweken.
Makkelijke groenten voor je moestuin:
Houd bij het indelen rekening met wisselteelt en combinatieteelt. Daar lees je hieronder meer over.
4. Combinatieteelt
Een goede buur is beter dan een verre vriend. Dat geldt ook voor de moestuin. Sommige planten passen goed bij elkaar, andere juist niet.
Combineer planten die samen goed groeien of elkaar helpen door insecten aan te trekken of ongedierte, plagen en andere plantenziektes tegen te gaan. Zo beschermt de tomatenplant met zijn geur de koolplant tegen koolwitjes. En weren uien en knoflook schimmelziekten bij aardbeien.
Door goede combinaties te maken heb je uiteindelijk een grotere oogst.
Welke planten zet je het beste naast elkaar?
- Tomaat en basilicum
- Kool en ui
- Prei en andijvie
- Aardappel en spinazie
- Bieslook en wortel
- Knoflook en biet
Welke planten kun je beter niet naast elkaar zetten?
- Aardappel en courgette
- Bieslook en bonen
- Bieten en witlof
- Komkommer en aardappel
- Ui en bonen
- Erwten en prei
Weten welke groenten bij elkaar passen? Download hieronder ons uitgebreide combinatieteelt-schema:
Download combinatieteelt schema
5. Wisselteelt
Wisselteelt is een techniek waarbij je ieder jaar een andere soort plant op hetzelfde stukje grond zet. Je kunt het vergelijken met een roulatiesysteem. Elk jaar schuif je de planten een plekje op. Waar je het eerste jaar de bloemkool kweekt, zet je het volgende jaar de bonen. En het jaar daarop weer wat anders.
Wisselteelt geldt alleen voor éénjarige planten.
Is wisselteelt nodig?
Afwisseling is goed en gezond voor je tuin. Je houdt zo de grond vruchtbaar, en voorkomt ziekten en plagen. Ook profiteren je nieuwe planten van de stoffen die de oude planten hebben achtergelaten in de grond. Bijkomend voordeel is dat je maar één keer een moestuinplan hoeft te maken. Het jaar erop gebruik je eigenlijk weer hetzelfde plan. Je schuift alleen de planten een plekje op.
Hoe ga je te werk?
Wisselteelt gaat uit van zes verschillende gewasgroepen. Dit zijn gewas-families die dezelfde eigenschappen en behoeften hebben. Omdat deze gewassen hetzelfde nodig hebben, kun je ze zien als één familie. Door deze families bij elkaar te zetten wordt de verzorging ook een stuk makkelijker. Wat extra voeding of water is zo gegeven.
De zes gewas-families:
1. Aardappelen (nachtschade) Aardappelen, tomaten, aubergine, pepers en paprika |
2. Peulvruchten Sperziebonen, peulen, sugarsnaps, tuinbonen, kapucijners en erwten |
3. Koolsoorten Broccoli, bloemkool, koolraap, paksoi, spruitjes en radijs |
4. Bladgroenten Sla, spinazie, prei, andijvie, snijbiet en selderij |
5. Vruchtgewassen Courgette, augurk, watermeloen, komkommer, maïs en pompoen |
6. Wortelgewassen Wortel, knoflook, ui, biet, pastinaak en venkel |
Een handig geheugensteuntje voor de groepen: Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden.
Wisselteelt schema
Het is belangrijk dat je bij wisselteelt een vaste volgorde aanhoudt. Je kunt het beste rouleren op basis van voedingsbehoefte. Hieronder een voorbeeld van 6 jaar wisselteelt op 1 moestuinbed.
Heb jij een kleine moestuin met maar vier vakken? Voor wisselteelt heb je minimaal drie groepen nodig. Ook op een klein stukje grond kan dit dus gewoon.
Een voorbeeld van wisselteelt in een kleine moestuin:
Jaar 1: bloemkool, wortels, bonen.
Jaar 2: bonen, bloemkool, wortels.
Jaar 3: wortels, bonen, bloemkool.
Samenvattend:
Voor een goede indeling van je moestuin is het belangrijk dat je precies weet welke groenten je wilt kweken. Zet groenten uit dezelfde familie bij elkaar en houd rekening met combinatieteelt en wisselteelt. Verdeel de groepen hierna over de verschillende vakken.
6. Tekenen maar
Je hebt nu een duidelijk beeld van wat je wilt en waar alles moet komen te staan. Tijd om je moestuinplan uit te tekenen! Teken alles uit op schaal: de paden, vakken en de verschillende bedden met groentes. Deze plattegrond kun je jaarlijks gebruiken als basis.
Advies nodig? Kom gerust langs.
Het kan nu bijna niet meer misgaan met je moestuin. Heb je nog vragen? Of je nu een beginner bent of ervaren moestuinier, bij onze tuinspecialist kun je met al je vragen terecht. Samen maken we van jouw moestuin een succes. Tot snel!