Profiteer nu van 25% korting op 1 dierartikel naar keuze. Gebruik code DIER25 bij het afrekenen. Bekijk actievoorwaarden.
Alles over konijnenvoeding
Hooi, hooi, hooi...een heleboel hooi, dat is het belangrijkste voedsel voor je konijn. Konijnen hebben een gevoelige maag en darmen die altijd in beweging moeten zijn. Daarom is het belangrijk dat je altijd onbeperkt hooi en water geeft. Dit vul je aan met wat brokjes en vers voer.
Bijzonder maag- en darmstelsel
In de maag van je konijn zitten weinig spieren, daarom blijft het voer in de maag zitten tot er nieuw eten bijkomt. Het nieuwe voer duwt het oude dan naar de darmen. Daarom is het belangrijk dat zijn maag altijd goed gevuld is. Een konijn heeft 80 tot 120 kleine maaltijden per dag nodig.
Ruwvoer: hooi
Hooi is het belangrijkste voedsel voor je konijn, zorg er daarom voor dat dit altijd onbeperkt beschikbaar is. Het bevat vezels en voedingsstoffen die goed zijn voor zijn maag en darmen. Door het eten van hooi slijten ook zijn tanden en kiezen, dat is belangrijk omdat ze anders gewoon blijven groeien.
Droogvoer
Dagelijks heeft je konijn ook droogvoer nodig, op de verpakking staat precies hoeveel. Je kunt kiezen uit twee soorten droogvoeders: korrel en gemengd. Geef niet te veel anders wordt je konijn snel te dik. Let op dat je konijn bij gemengd voer niet alleen de gekleurde brokjes eet en de biks laat liggen, daar zitten juist de belangrijkste voedingstoffen in.
Overgewicht
Overgewicht is een groot probleem onder konijnen. Konijnen horen een slank en gespierd lichaam te hebben, er mag geen dikke laag vet over de ribben zitten. De wam (grote huidplooi onder de kin) van een voedster mag niet zo groot worden dat deze in de weg zit bij het wassen of eten. Het mag ook weer niet zo zijn dat de heupbeenderen uitsteken, want dan is het konijn te mager.
Nachtkeuteltjes
Je konijn eet ’s morgens zijn nachtkeutels op. Deze keutels bevatten belangrijke voedingsstoffen zoals eiwitten, vitamine B en K. Eet je konijn zijn nachtkeutels niet op? Dan geef je waarschijnlijk te veel droogvoer. Houd dit dus goed in de gaten om gebrek aan deze voedingsstoffen te voorkomen.
Vers voer
Vers voer zoals groenten, fruit en kruiden vindt je konijn heerlijk. Als je vers voer geeft, is het belangrijk dat je dit regelmatig doet, maar wel in kleine hoeveelheden. Geef het iedere dag of helemaal niet. Dat is beter voor zijn maag en darmen. Geef niet te veel fruit, dat kan diarree veroorzaken en de suikers in fruit maken je konijn snel dik. Geplukt of geknipt gras kun je rustig aan je konijn voeren. Gemaaid gras gaat snel in kwaliteit achteruit. Heeft je konijn nog niet eerder vers voer gekregen, begin dan met kleine hoeveelheden.
Dit kun je beter niet aan je konijn geven:
- Bieslook, prei, ui, bonen, erwten, vaste kolen(zoals rode kool), aardappel, rabarber, avocado, courgette en rode biet.
Dit kun je wel aan je konijn geven:
- Takken van de wilg, hazelaar, beuk, es, els, esdoorn, appelboom en perenboom.
- Groenten zoals: broccoli, paksoi, andijvie, witlof, wortel(ook het loof), komkommer,tomaat, spinazie en sla.
- Fruit zoals: appel, peer, meloen, kiwi, perzik, kers, zwarte bes, bosbes, aardbei, framboos, ananas, mango, kruisbes en banaan.
- (on)kruiden zoals: madeliefjes, gedroogde brandnetel, paardenbloemblad, zuring, weegbree, herderstasje, waterkers, peterselie, basilicum, selderij, venkel, mosterdblaadjes, munt en dille.
Water
Je konijn moet altijd schoon en vers water kunnen drinken. Met een drinkfles voorkom je dat er voer, ontlasting of bodembedekking in het water terecht komt. Gebruik je liever een bakje? Zorg dan voor een drinkbakje met een hoge rand. Dan hangt de keelhuid tijdens het drinken niet in het water en dat kan een huidontsteking veroorzaken. Zorg dat het water in de winter niet bevriest. Dit kun je voorkomen met speciale drinkfleshoesjes. Is de urine van je konijn langdurig rood? Dan kan het zijn dat je konijn te weinig vocht binnenkrijgt. Controleer of hij goed bij zijn drinkfles of -bak kan. Als dat het geval is, heeft je konijn waarschijnlijk een blaasontsteking. Ga in dat geval direct naar de dierenarts.
Overstappen op ander voer
Als je overstapt op ander voer is het belangrijk dat je konijn daar langzaam aan went. Meng een klein beetje van het nieuwe voer door het oude voer en kijk goed hoe hij reageert. Is de ontlasting van je konijn de volgende dag normaal? Dan kun je iedere dag een kleine beetje meer geven. Krijgt je konijn last van dunne(re) of zachte ontlasting? Dan geef je waarschijnlijk te snel teveel van het nieuwe voer. Als er na ruime tijd mengen nog geen verandering in de ontlasting is kan het zijn dat het niet het juiste voer is voor jouw konijn. Probeer in dat geval iets anders of ga terug naar de oude voeding.
Tussendoortjes
Een konijn in de natuur snoept niet en kan er snel te dik van worden. Geef snacks daarom alleen af en toe als beloning of traktatie. Je kunt ook een stukje hard brood, wat (gedroogde) kruiden of een stukje fruit geven.
Voeding aangepast aan leeftijd
Wist je dat je de voeding van jouw konijn het beste aan kan passen als hij ouder wordt? Zo hebben konijnen ouder dan 4 jaar een andere voedingsbehoefte dan die van 1 jaar. Konijnen halen bijna alle voedingsstoffen die ze nodig hebben uit hooi, groenvoer en blindedarmkeutels(nachtkeutels). Te weinig hooi en groenvoer kan gebits- en maagdarmproblemen veroorzaken. Een gezond dieet voor een konijn bestaat uit weinig droogvoer (dit betekent voor een konijn ouder dan 7 maanden niet meer dan 20 gram droogvoer per kg lichaamsgewicht per dag), onbeperkt hooi, voldoende groenvoer (50-100 gram groenvoer per kg lichaamsgewicht per dag), af en toe fruit en altijd vers water.
Vanaf 4 jaar
In onze winkels en webwinkel verkopen wij voeding speciaal voor de veranderende voedingsbehoefte van konijnen ouder dan vier jaar. Deze voeding van Science Selective voorkomt selectief eten, een veel voorkomend probleem bij veel konijnen. De korrels bevatten Timothy hooi & tijm om de eetlust te behouden en lijnzaad – een uitstekende bron van Omega 3 & 6 voor een gezonde huid en vacht. Om overgewicht bij oudere, minder actieve konijnen te voorkomen is de voeding laag in suiker- en eiwitgehalte. Het verbetert de spijsvertering en bevordert de gebitsslijtage door een optimaal vezelgehalte.