Tomaten

Groenten

Er bestaan heel veel soorten groenten zoals bladgroenten, stengelgroenten, vruchtgewassen, kiemgroenten en koolsoorten.

Wil je meer weten over de verschillende groenten? Lees dan snel verder! 

Indeling groenten

Groenten worden ingedeeld in bladgroenten, stengelgroenten, knol-, bol- en wortelgewassen, vruchtgewassen, kiemgroenten en erwten, bonen en andere peulvruchten. Ook koolsoorten worden vaak als aparte groep gezien. Verder zijn er gewassen waarvan we de bloem eten. Van elk van deze groepen volgen een paar voorbeelden. De teeltaanwijzingen staan op de verpakking.

Geënte groenten

Zowel voor de professionele als hobbymatige tuinder kunnen geënte groenteplanten van enorme meerwaarde zijn. Bij een geënte plant wordt het bovengrondse deel van een 'gewone' plant bevestigd en samengevoegd met de onderstam van een 'wilde' plant die groeikrachtig en ziekteresistent is. Dit geeft de plant extra groeikracht en meer productie tot maar liefst 60%.  

Bladgroenten

Bladgroenten zijn groenten waarvan we het blad eten, rauw of gekookt.

Slasoorten

Er zijn slasoorten waarvan iedere plant een oogstbare krop levert. Ook zijn er soorten waarvan je naar behoefte blad plukt of snijdt, waarna het weer aangroeit. Alleen al van de kropsla bestaan veel rassen, met boterzacht tot knapperig fris blad. Vaak speciaal geschikt voor voorjaar- of late teelt. Er zijn ook kleurrassen en rassen met een heel eigen smaak, zoals eikenbladsla met een lichte notensmaak.

Andijvie

Andijvie is familie van de witlof en groenlof. Andijvie smaak een beetje bitter. Oudere rassen hebben de meeste bitterstoffen. Andijvie is rauw als salade of in stamppot, maar ook gekookt eetbaar. Veel rassen oogst je nog in de late herfst. Er zijn breedbladige en gekruldbladige soorten en rassen voor zomer- en herfstteelt.

Boerenkool

Boerenkool is een echte wintergroente waarvan je het blad vanaf december tot het voorjaar oogst. Een ideale, voedzame, makkelijk te kweken groente die strenge vorst doorstaat. Er zijn glad- en krulbladige rassen en soorten met een aparte kleur. Paarse boerenkool bijvooreeld, leuk om te proberen.

Spinazie

Scherpzadige spinazie teel je in de zomer en rondzadige in de winter. Zo heb je het jaar rond vers spinazieblad. Spinazie groeit snel, maar kan slecht tegen te veel warmte en droogte. Een alternatief is de Nieuw-Zeelandse spinazie. Die groeit wel op droge plekken en kruipt met lange, bladerrijke scheuten over de grond. De smaak is gelijk aan die van gewone spinazie.

Stengelgroenten

Stengelgroenten zijn groenten waarvan we de stengels eten.

Bleekselderij

Bleekselderij wordt vooral in Engeland geteeld. Daar zijn bleekselderijstengels een snack en groente. De planten vormen lange, kale bladstelen met aan de toppen wat blad. Kies een zelfblekend ras of een groenblijvend ras dat pittiger smaakt.

Knol- en bolgewas

Knolgewassen zijn planten met knollen aan de wortels waarin reservevoedsel is opgeslagen. Of planten met dik opgezwollen wortels. Een knol heeft een vaste massa met een schil er omheen. Het zijn allemaal gewassen die je niet makkelijk verplant. Ze groeien op, op de plek waar je ze zaait. Een bolgewas is opgebouwd uit verdikte, opgebouwde bladeren die om elkaar heen liggen en uit een kern groeien. De bol bevat reservevoedsel.

Radijs

Deze knolletjes hebben een frisse, pittige smaak. Er zijn lange en ronde vormen, rode, witte, oranje zelfs roze en half rode, half witte radijzen. De lange wortelachtige zijn geschikt voor losse grond. De ronde voor zwaardere grond en groeien sneller. Rettich, een dikke witte wortel is een grote, lange radijssoort met bijna dezelfde smaak. Rammenas is nauw verwant, smaakt pittig en heeft een zwarte schil.

Rode biet of kroot

Van dit gewas bestaan drie typen: platte, platronde en kogelronde knollen. Ook zijn niet alle bieten rood, er zijn ook rassen met roze en gele knollen. Plant voor een vroege teelt de platte vorm, maar die is wel minder goed te bewaren dan de ronde, rode biet.

Knolselderij

Van deze selderijsoort wordt niet alleen het blad, maar vooral de knol gebruikt. Heerlijk als groente, in soep en rauw in salades. De smaak is iets zachter dan van bleekselderij.

Uien

Uien zijn een bolgewas en onmisbaar in de keuken en dus in een moestuin. Er zijn veel rassen zoals rode en gele bewaaruien, zilveruitjes, stengeluitjes, boomuitjes en nog veel meer. Ze smaken allemaal anders en worden verschillend geteeld.

Sjalotten

Sjalotten zijn uien met teentjes in de bol. Ze smaken wat pittiger dan gewone uien en worden voor inmaak en in salades gebruikt. Bewaar ze droog en koel.

Knoflook

Knoflook is een bolgewas en heeft als minpunt de geur. Kauw op verse peterselie of een koffieboon om dit makkelijke op te lossen. Knoflook werkt ontsmettend en beschermt tegen infecties, het zuivert je bloed.

Wortelgewassen

Wortelgewassen hebben een duidelijk verdikte, eetbare (pen)wortel.

Wortels

Er zijn zomerwortels en winterwortels. Je herkent ze aan de oranje kleur. Er zijn tientallen rassen. De snelgroeiende, kleinere, soms bijna ronde of halflange typen zijn vooral zomerwortelen. Winterwortels zijn zwaarder, langer en doen langer over de groeiperiode.

Pastinaak

Pastinaak is een bijna vergeten wortelgroente die de laatste jaren wordt herontdekt. Eigenlijk is het een verwilderde, bijna inheemse plant. Alleen de veredelde rassen worden voor groenteteelt gebruikt. Je komt de wilde planten tegen in bermen en op dijkhellingen. Je herkent ze in juli en augustus aan de gele bloemschermen. Pastinaak is nauw verwant aan penen of wortels. De witte pastinaakwortels bevatten een hoog gehalte aan natuurlijke suikers. Ze smaken kruidig en zoet.

Schorseneren

Schorseneren vormen een hoog gewas tot 125 centimeter, en bloeit met citroengele bloemen. De planten vormen lange, donkerbruine, eetbare, heerlijk smakende wortels. Het zijn tweejarige planten, je oogst dus pas in het tweede jaar. De wortels van bloeiende schorseneren blijven zacht en goed eetbaar, dat bij veel andere wortelgroenten niet zo is. Deze groentesoort wordt ook wel keukenmeidenverdriet genoemd. De lange wortel geeft bij het schillen kleverig melksap dat zwarte vlekken op je huid maakt.

Vruchtgewassen

Vruchtgewassen zijn gewassen waarvan we de vruchten als groente eten. De meeste vragen veel zorg en warmte en teel je beschut onder glas. Soorten die je tijdens het normale groeiseizoen in ons klimaat buiten teelt zijn sommige tomaten, speciale komkommers, augurken, pompoen en courgette.

Tomaten

Er zijn verschillende tomatengroepen. Aan de struiktomaat heb je weinig werk. De plant vertakt zich sterk en eist al gauw een vierkante meter op. Je plukt er de lekkere, kleine kerstomaten in overvloed van. Een andere groep is de vleestomaat. Er zijn ook tomatenrassen die paarse, roze en bijna zwarte of zelfs gestreepte vruchten geven. De belangrijkste eigenschap van een goed buitenras is de vroege rijping. Voor de meeste tomatenrassen zijn onze zomers te kort.

Komkommers

De meeste komkommerrassen zijn alleen geschikt voor de kas. Komkommerrassen voor buiten kunnen tegen lage temperaturen en wisselend weer.

Augurken

De augurk is nauw verwant aan de komkommer. Ze behoren tot dezelfde soort. De vruchten kan je goed inmaken (in zuur inleggen) of vers eten.

Pompoenen

De pompoen groeit aan ranken in veel verschillende vormen en kleuren. Probeer ieder jaar een ander ras tot je, je favoriet gevonden hebt. Ook de smaak verschilt, van nootachtig tot kruidig en van zoet tot fris. Eet het vruchtvlees of de pitten gedroogd als gezonde snack. Het vruchtvlees is een geheel of dradig. Er zijn zogenaamde spaghettipompoenen waarvan het vruchtvlees uit lange, dikke draden bestaat. De planten groeien wild uit met lange, kruipende scheuten. Ze vormen mooie gele kelkvormige bloemen die eetbaar zijn, dat geeft een leuk kleureffect in salades.

Courgettes

Courgettes zijn niet-rankende pompoenen. De plant geeft groene of gele, komkommerachtige of platronde vruchten. Een courgetteplant geeft veel opbrengst, zeker als je regelmatig oogst. De vruchten smaken iets zoetig.

Kiemgroenten

Kiemgroenten zijn groenten waarvan we de pas gekiemde zaailingen oogsten en eten. Ze worden ook wel spruitgroenten of kiemen genoemd. Ze zijn rijk aan vitaminen, heel makkelijk te kweken en erg lekker in salades. Een bekende kiemgroente is tuinkers.

Peulvruchten

Peulvruchten zijn groenten zoals (dop)erwten, bonen en peulen. De teelt is makkelijk en de vruchten zijn heel voedzaam. De opbrengst is groot en de bonen kan je lang bewaren. Peulvruchten doen het goed op bijna iedere grondsoort, zolang ze zon en lucht krijgen. Peulvruchten brengen stikstof uit de lucht in de grond. Dat doen ze samen met nuttige bacteriën die in kleine knolletjes aan de wortels leven. Als die wortels na de oogst in de grond blijven en wegrotten, komt het stikstof in de grond. Dat is goed voor de grond. Gooi de wortelresten anders altijd op de composthoop.

Koolsoorten

Veel koolsoorten komen in Europa in het wild voor. We eten alleen veredelde soorten. Alle oude culturen rond de Middellandse Zee gebruikten koolsoorten als voedsel en geneeskrachtige plant. Koolsap uit gekneusd blad ontsmet.

Sluitkolen

Sluitkolen zijn koolsoorten zoals rode, witte, groene en savooiekool en hebben een gesloten bladerkrop. Spitskool en Chinese kool horen ook bij deze groep. Verwerk en eet rode en witte kool vers. Witte kool is het basisproduct van zuurkool. Er zijn verschillende rassen in de verschillende seizoenen

Eetbare bloemen

We eten de bloemen van deze groenten zoals artisjok, bloemkool en broccoli.

Artisjok

De artisjok is een meerjarige sierdistel, waarvan we de bloemen eten. De bloemen bestaan uit opgezwolle, vlezige schutbladen. De rassen zijn niet zaadvast. Uit een pakje zaad groeien veel verschillende planten, met of zonder stekels, hoog of laag en ook de lichtgroene kleur van de bloemknoppen verschilt.

Bloemkool

Bloemkool is al heel lang erg geliefd, maar moeilijk te telen. De oude Egyptenaren kenden de bloemkool al. Iedere plant heeft een grote bloemtros die een gesloten kool vormt en uit veel aparte roosjes bestaat. De smaak van zelfgeteelde bloemkool is heerlijk, veel zachter dan die uit de supermarkt. Elk seizoen heeft zijn eigen bloemkoolsoort.

Broccoli

Het verschil tussen broccoli en bloemkool is niet zo groot, ze zijn nauw verwant. Broccoli is vaak meer een wintergroente. Er zijn verschillende soorten broccoli, zoals spruitende met groene en paarse roosjes of kooltjes. Andere vormen een losse, groene kool. Spruitende broccoli is het meest winterhard en wordt daarom het meest geteelt.

Wil je meer informatie? In onze winkels geven wij je graag persoonlijk advies.