Grasaren bij je hond

In de zomermaanden is het nog mooier om met je hond te wandelen. Het zonnetje schijnt heerlijk en je viervoeter rent enthousiast door het bospad. Toch loert er een gevaar om de hoek. Grasaren groeien langs de stoep en de weg en kunnen zorgen voor veel irritaties en uiteindelijk ontstekingen. Maar wat zijn grasaren, hoe herken je ze en wat kan je ertegen doen?

Wat zijn grasaren?

Grasaren zijn scherpe zaden van een wilde grassoort. Je vindt ze vooral langs de stoep en de weg op plekken waar het gras nauwelijks wordt gemaaid. Grasaren worden ook wel ‘kruipers' genoemd. Ze hebben scherpe punten en weerhaken die steeds dieper in de huid en holtes van je huisdier kunnen komen. En ook voor mensen zijn ze vervelend, tijdens het wandelen wurmen ze zich makkelijk in je schoenen en sokken.



De zaden zijn gevaarlijk omdat ze weerhaakjes hebben. Dat zijn de ‘stekels’ die uit de aar groeien. De punt dringt makkelijk in de huid, en door de weerhaken blijven de aren makkelijk in de vacht steken. 

Ook kunnen ze in de neus, oren en ogen van je hond terecht komen en zelfs steeds dieper binnendringen. Daar kunnen ze ontstekingen veroorzaken. Daarom is het zo belangrijk om grasaren op tijd te herkennen en te verwijderen bij je huisdier.

Hoe zie je dat je hond last heeft van grasaren?

Controleer na wandelingen vooral rond de ogen, neus en in de huid tussen de tenen van je maatje. Hoe merk je bij je hond dat hij last heeft van grasaren?

Je hond:

  • Schudt vaak met zijn hoofd
  • Heeft kokhalsneigingen
  • Moet vaak niezen
  • Heeft een gezwollen pootje 
  • Loopt mank


Bij twijfel: maak een afspraak bij de dierenarts

Wees in de zomermaanden extra waakzaam wanneer je hond dit soort gedrag vertoont. Zeker wanneer een grasaar rond de ogen, neus, oren of in de keel terechtkomt kan je hem niet zelf verwijderen. Neem altijd contact op met je dierenarts als je vermoedt dat een grasaar daar terecht is gekomen.

Hoe bescherm je je hond tegen grasaren? 

Ook bij grasaren geldt: voorkomen is beter dan genezen. Er zijn verschillende dingen die je kan doen zodat je maatje zo min mogelijk last krijgt van grasaren.

Dit kan je doen:

  • Laat je hond tijdens het wandelen op de gebaande paden blijven. Let erop dat je hond niet door te hoog gras gaat rennen. 

  • Controleer je hond na elke wandeling. Vooral tussen de tenen, in de oren, onder de oksels en rond de liezen van je hond.

  • Kam de vacht van je hond goed uit na elke wandeling. Dan krijgen de grasaren geen kans om in de huid van je hond te kruipen. Honden met lange haren zijn extra kwetsbaar voor grasaren. Daar blijven de grasaren makkelijker in steken.