

Verzorgingtips voor jouw kamerplant
Geef je kamerplant de zorg die hij verdient! Ontdek simpele en slimme tips om hem gezond, groen en gelukkig te houden. Zelfs zonder groene vingers. Niet zeker wat je plant precies nodig heeft? Geen zorgen. Met deze verzorgingstips zit je eigenlijk altijd goed. Van water geven tot licht en voeding: dit zijn de basics die iedere kamerplant helpen om gezond te blijven.

Lichtbehoefte: zet je plant op de juiste plek
Elke plant heeft zijn eigen voorkeur voor licht. Kijk op het label of zoek op of je plant houdt van:
- Direct zonlicht – bijvoorbeeld cactussen. Zet ze dichtbij een raam op het zuiden.
- Halfschaduw of schaduw – zoals de sanseveria of zamioculcas. Deze planten kunnen prima iets verder van het raam staan. Draai je plant regelmatig een kwartslag. Zo groeit hij mooi in balans en niet scheef naar het licht toe.

Water geven: liever goed dan vaak
Te veel water is een van de grootste oorzaken van plantenproblemen. Zo doe je het goed:
- Voel eerst aan de potgrond. Is de bovenlaag droog? Dan is het tijd om water te geven.
- Geef liever minder vaak, maar dan wel goed en diep.
- In de winter hebben planten vaak minder water nodig dan in de lente of zomer.
- Let op dat er geen water onder in de pot blijft staan. Dat kan wortelrot veroorzaken.

Temperatuur & luchtvochtigheid: houd het stabiel
De meeste kamerplanten doen het goed bij een temperatuur tussen de 18 en 24 graden.
- Zet je plant niet op de tocht of naast een warme radiator.
- Tropische planten – zoals calathea's of varens – houden van een hogere luchtvochtigheid. Vernevel ze af en toe met water.

Bladeren schoonmaken: laat je plant ademen
Stof op de bladeren blokkeert het licht. Daardoor groeit je plant minder goed. Maak de bladeren af en toe schoon:
- Met een zachte, vochtige doek.
- Of geef je plant een lauwe douche onder een zachte straal.

Voeding: extra kracht tijdens het groeiseizoen
Je plant groeit het hardst in de lente en zomer. Dan is wat extra voeding welkom.
- Geef eens per maand vloeibare plantenvoeding.
- In de herfst en winter is minder of geen voeding nodig. Tenzij je plant snel blijft groeien.

Controleer op plagen: beter vroeg dan laat
Let goed op signalen zoals:
- Gele of bruine bladeren
- Plakkerige bladeren
- Kleine webjes of beestjes
Veelvoorkomende plagen zijn spint, trips, luis en rouwvliegjes. Zie je iets verdachts? Pak het snel aan:
- Besproei met een milde zeepoplossing of neemolie
- Of gebruik een biologisch bestrijdingsmiddel